Clangula hyemalis


Het is nu wintertijd en dan mag je iedere dag een uur langer uitslapen, maar ik vind het nog steeds niks, dat vroege opstaan. Het is dat ik afgesproken heb met Nienke, op de Boteringebrug, anders had ik mij nog lekker even omgedraaid.
We gaan op excursie naar het Lauwersmeergebied.
Het verzamelpunt is Kardinge. En ja hoor, daar staan ze al. Een kleine twintig man. Terwijl Nienke onze presentie meldt blijf ik maar even in de auto zitten suffen. Alsjeblieft geen mensen om me heen zo vroeg in de morgen.

De eerste stop is de Jaap Deenshut.
Als ik daar uit de auto stap komt Lieuwe met uitgestoken hand op mij af.
'Ha, Ana! Vul jij tegenwoordig het blad van Avifauna in je eentje?'
Mja, het is wel een beetje overdreven vind ik zelf ook wel, drie stukkies van mijn hand in één uitgave. Maar ja, íemand moet het doen…
Nu zijn ze trouwens op, de stukkies. De vertrekkende hoofdredacteur Jan Allex heeft definitief schoon schip gemaakt.
Vogelaar Renze stelt dat hij vindt dat mijn stukkies steeds beter worden. Bondiger. Ik begin daar vreselijk van te blozen, want ik ben natuurlijk gewoon een oeverloze ouwehoer.

Rechts van ons is het een geplienplieng van jewelste. Er moeten tientallen, zoniet honderden Baardmannen zitten. Af en toe vliegen ze op om meteen weer in het riet te verdwijnen.
Statig vliegt er een eenzame Lepelaar over ons heen. Die heeft waarschijnlijk de aansluiting naar het Zuiden gemist.

Vervolgens naar de haven. Daar vermaak ik mij met een Steenlopertje dat parmantig heen en weer dribbelt op zoek naar voedsel.
Het heeft een ring om zijn pootje. Ik ben zo verdiept in dit montere kleine diertje dat ik helemaal niet in de gaten heb dat er naast mij een Zwarte Zeeëend en een Middelste Zaagbek worden gesignaleerd, vogeltjes die ik nog nooit eerder heb gezien en dat zal voorlopig dus zo blijven.

'We gaan koffie drinken.' meldt Lieuwe. Jaha, dat ken ik. Daar tuin ik niet meer in. Ergens stilstaan op een doodlopende weg zeker.
'Nee, écht, we doen het in een restaurant.'
Wat krijgen we nou? Met een échte juffrouw van de catering? En een plasgelegenheid?! Is dat de nieuwe vrouwvriendelijke trend?
Nu heb ik in de afgelopen jaren in de vogelwereld zoveel eelt op mijn ziel gekregen dat ik mij gewoon onwennig ga voelen in de beschaving waar een horecagelegenheid ook onder schijnt te vallen. Ik weet gewoon niet goed meer hoe ik mij daar moet gedragen en ik verwonder mij dan ook enorm over het tafereel dat zich voor mijn ogen in Schierzicht afspeelt.

De vogelaars doen meteen forse bestellingen: de worstenbroden, gebakken Kabeljauw en kibbelingen zijn niet van de lucht.
Piet verdwijnt direct achter een enorme berg gebakken vis. Als ik hem bezig zie verbaas ik mij niet meer over het nieuwsbericht van vanmorgen dat in 2050 alle oceanen leeggevist zullen zijn.
Dit is toch iets anders dan ik mij bij een plaspauze met een kopje koffie voorstel.
'Wie gingen er voor de haringen met uitjes?' De ober draagt onophoudelijk nieuw voer aan.
Ik vind het eigenlijk wel welletjes, want een echte vogelaar gedijt op een bruine boterham met een eerlijk gebakken eitje van huis meegenomen en verorberd in de vrieskou en zit niet te tutten in een restaurant, dacht ik geleerd te hebben.

'Kijk, daar! Een IJseend!' Over zijn kopje koffie heen doet Lieuwe de waarneming. We stormen allemaal naar buiten. Waar waar waar!?
De vogelaars aan de kade zagen iets net de hoek om schieten.
Wij rennen ook de hoek om en zien dan in alle majestueuze heerlijkheid een juveniele IJseend, een meissie.


foto: Rein Hofman die het wicht een dag later voor zijn lens kreeg

Zij is leuk. Zij is aan het spelen met een Fuut. Ze zitten elkaar achterna en dagen elkaar uit. Dat is toch echt wonderbaarlijk dat dit pubermeisje uit het hoge Noorden hier zo op vakantie aan het plezier maken is.
Ze vliegt plotseling op maar strijkt niet veel verder weg nog steeds in zicht weer neer. Met kwieke sprongetjes duikt zij onder water om een paar meter verder weer boven te komen. Ik maak als een gek foto's, maar ze zit helaas te ver weg om een beetje een mooi plaatje te schieten.
Slechts met tegenzin rukken wij ons los van het bolletje energie.
Ik heb een IJseend gezien!

Op de terugweg in de auto ruikt het naar haring en uitjes. Ik begin te gapen en te zuchten.
'Is er wat?' informeert Nienke.
'Nou, ik herinner mij ineens weer dat ik zo vroeg ben opgestaan.'
'Ja, ik moest er erg om lachen. Je was niet te genieten.'
'He zeg! Ik was hartstikke gezellig. Ik heb erg mijn best gedaan!'
'Je hebt helemaal niet je best gedaan. Je was gewoon jezelf: je was onuitgeslapen, chagrijnig en vervelend.'
Hier zit ik weer even op te broeden en waarschijnlijk heeft ze wel gelijk.

Maar nú heb ik een zonnig humeur, want ík heb vandaag een Clangula hyemalis gezien en er zijn weinig mensen die mij dit na kunnen zeggen.

_______________________

lijst