kuikendieven 2
Het is een wat onbestemde dag. Geen lente meer, ook geen zomer, af en toe bewolkt, niet warm, niet koud, een dag van niks eigenlijk. Ik verlaat het huis in Noorderplantsoenoutfit.

Op de voederplaats ga ik op het trappetje zitten en al gauw komen de eenden, meerkoeten, en duiven er aan.
Er is een nieuw eendengezin bijgekomen. Pa en ma zijn aan hun kleuren te zien bastaarden van de beschamendste soort. Hun piepkleine jonkies zijn helemaal niet bang. Ze scharrelen aan de waterkant en verorberen met graagte mijn stukjes brood.

Dan komen er twee kraaien deftig aanstappen, dat is fijn voor op de foto. Die kraaien heb ik nog nooit goed bekiekt, dus ik probeer hen met veel broodgeweld voor de camera te lokken.

    Er verschijnt ineens een derde
    kraai, hun jong, blijkt. Hij krast
    luidkeels met opengesperde bek
    waar een van de ouders telkens
    een stukje van mijn brood inpropt.

    Met mijn FinePix 2600Zoom
    klik ik als een razende. Die
    vertederende piepkleine
    eendenkuikentjes en dan weer het
    kraaienjong.
    Hoera, het is lente toch!

    Dan zie ik ineens door mijn lens dat
    een van de eendenkuikentjes
    gegrepen wordt door de bek van     ma kraai. Ze vliegt ermee weg en     begint hem een eindje verderop in     stukjes te scheuren. Pa komt erbij en helpt mee.

Vol walging wend ik mijn gezicht af.
Ik wil opspringen en het jong redden, maar ik weet dat het te laat is. Het kraaienjong hipt krijsend met opengescherde bek naderbij.

Moeder Natuur is wreed, jaja, ik weet het, maar ik voel me wel een beetje schuldig. Als ik die beesten niet zo onnozel naast elkaar had zitten voeren was dit vast niet gebeurd, want heeft u wel eens een kraai zomaar een eendje uit het water zien vissen? Nee toch?

De eendenfamilie is weer het water in gegaan en ziet er niet echt geschokt uit. Ze kunnen niet tellen, natuurlijk.
Maar toen waren het er nog maar zeven.