Wormen, aarde, paaltje, perk
Als ik aankom in het Noorderplantsoen motregent het. De laatste herfstkleuren verdorren. Enkele bloembedden brengen nog wat primaire kleuren in het plantsoen.

Al van een afstand zie ik een man gewapend met een schepje door het bloemenbed banjeren links en rechts bloemen vertrappend. Af en toe steekt hij zijn schepje in de bodem, slaat de bloemen van de bolletjes af en stopt zijn buit, de bloembollen, in zijn fietstas.

'He get, hier moet ik wat van zeggen' gaat het door mijn hoofd. Ik heb mij voorgenomen om wat dapperder te zijn in het kenbaar maken van misnoegen wat betreft vandalisme in het plantsoen.
Ik maak eerst maar eens een fotootje van hem. Zo, op heterdaad betrapt.
Ik raap mijn moed bij elkaar en besluit op de man af te stappen.

Dan klinkt er van boven, vanaf het heuveltje:
"Wat doet u daar?!"
He, dat is de Russische dame die haar oude Stabij, Tobby, aan het uitlaten is.
De man roept terug:
"Ik haal de bloembollen eruit, voordat de eerste nachtvorst komt. Anders kan je ze weggooien."
De dame protesteert: "Zij nu nog mooi bloeien. Laten staan!"
"Ik heb hier toestemming voor gekregen van de gemeente."
Volgens mij jokt hij. Ik aarzel nog steeds of ik mij erin zal mengen. Ik klim de heuvel op naar de Russische dame. De man stapt op zijn fiets en kiest het hazenpad.

Tobby kwispelt naar mij toe en ik maak een praatje met de dame.
"Is niet goed als hij bloembollen wegneemt als ze nog bloeien. Hij moet wachten."
Ik komplimenteer haar dat ze er iets over heeft durven zeggen.
"Dat moet je zeggen, anders frustraties dat je niets gedaan."
Tja, dat is natuurlijk ook zo. En ik voel me een beetje laf.
De dame loopt samen met mij naar het perk en raapt de bloemen op die de man heeft afgehakt. Het wordt een prachtig maar treurig boeket.

Ik ben weer helemaal verdiept in het fotograferen van de kokmeeuwen als ik ineens zie dat de man weer terugkomt, met lege fietstassen.
Hij parkeert de fiets en begint weer in het perk te graaien.
Deze keer loop ik gedecideerd op hem af.
"U moet van die bloemen afblijven!"
De man is helemaal beduusd.
"Maar… ik haal alleen maar de bloembollen weg die hier al boven de aarde liggen."
"Niks! Ik heb zojuist gezien hoe u ze met een schepje uitgroef!" Ik ben nu echt boos.
"Maar… dat was ik niet! Kijk ik neem heus alleen maar die bollen mee die al uitgegraven zijn." Hij wijst een aantal bolletjes aan die inderdaad wat verloren boven de aarde liggen.
"En kijk: daar liggen er nog meer. Ik zie ze vanaf een grote afstand. Ik ben tuinder. Ik zie dat."
Ik zoek in mijn camera de foto van de bloembollenvandaal op en kijk nou toch: het is een ander!

Ik heb verder een leuk gesprek met de man. Hij houdt tijdens het praatje telkens een bundeltje begoniabollen omhoog: "Kijk, deze lagen ook echt al boven de grond, zag u dat?"