Pinkstereieren

2 juni 2022


schildpaddeneieren schildpaddeneieren De schildpadden die zich sinds vorig jaar september niet meer in de vijvers van het Noorderplantsoen lieten zien kruipen in april een voor een uit het water om zich op de trappetjes op te warmen. Daarmee begint mijn seizoensarbeid weer: het fotograferen van de individuen, zodat ik ze kan herkennen. Vorig jaar heb ik 24 exemplaren geïdentificeerd. Het jaar dáárvoor waren het er 30. Het is ieder jaar opnieuw een verrassing wie de winterkou heeft overleefd en hoeveel nieuwelingen er bij zijn gekomen. Spijtig stel ik vast dat het jonge geelwangschildpadje verdwenen is. Maar in de loop van de lente ontdek ik maar liefst vijf nieuwkomers: twee geelbuik- en drie geelwangschildpadden. Een nieuwe lading huisdieren die door hun eigenaren in de plantsoenvijvers zijn gekieperd. In totaal zijn het er nu >28.

Onze waterschildpadden, uitgezonderd de zaagrug, staan op de lijst van invasieve exoten van de Europese Unie. Ze zouden geëlimineerd moeten worden omdat ze een bedreiging kunnen vormen voor bijvoorbeeld “onze” kamsalamander, knoflookpad en boomkikker. Gemeentes zijn eigenlijk verplicht om ze weg te vangen, maar omdat ze zich nog niet kunnen voortplanten worden ze gedoogd.
Ze kunnen echter wél paren. Als ze zo roerloos op die plankjes liggen zien ze er ongelooflijk sloom uit, maar onder het wateroppervlak spelen zich liederlijke taferelen af. Ze doen het daar allemaal met elkaar. Met subtiel gekietel op de wangetjes maken de mannen de dames het hof. En dan de eileg. Het vrouwtje maakt een kuil in het zand en deponeert daar 4-15 eieren in. Vervolgens dekt ze het zaakje toe, waarna de jongen zich anderhalve maand later uitgraven. Tenminste, in een warm klimaat gaat het zo. Een aantal malen heb ik gezien dat ze aan de wandel waren, tot aan de Wilhelminakade en de Ebbingestraat toe, op zoek naar een geschikte nestplek, maar een eileg heb ik hier nog niet meegemaakt.
In Nederland en België is nog nooit een ei met een volgroeid embryo aangetroffen. Nóg niet. Maar met de klimaatopwarming is het een race tegen de klok. Sterven ze op tijd uit of moeten ze toch nog worden geruimd?

Het is Pinkstervakantie en druk in het Noorderplantsoen. Hutjemutje op het gras blije gezichten omdat corona even op vakantie is.
Ik loop langs de vijverrand en zie een roodwangschildpad en een geelbuikschildpad liggen, beide vrouwtjes. En tussen hen in liggen twee eieren, achteloos gedeponeerd op het trappetje. De vrouwtjes lijken ongeïnteresseerd. Eerst denk ik dat iemand een grap uithaalt, maar dit zijn toch echte schildpaddeneieren: ovaal, ruim 3 cm, met een leerachtige schaal. “Een half uur geleden was het er nog maar één”, vertelt een jongeman. Dus ze zijn vers gelegd. gezien de positionering moeten ze van het roodwangvrouwtje zijn. De geelbuik kruipt er heel langzaam naartoe, neemt ze tussen haar pootjes en draait zich tenslotte een kwartslag om, zodat ze er niet meer naar hoeft te kijken.

Er komt een meerkoetman met drie jonkies aan. Hij krijgt de eieren in het vizier en snaait er een weg. De schaal gaat stuk en de struif glijdt in het water. De meerkoet probeert de dooier aan zijn jongen te voeren, maar het is onbegonnen werk, want het geel zakt naar de bodem. Hij keert terug naar het trappetje en ‘hap’ het tweede ei ondergaat hetzelfde lot. De schildpaddenvrouwtjes vertrekken geen spier. Het zal ze een worst wezen.
Het zal allemaal nog wel even duren met die invasie van de exoten, denk ik zo.

_________________________________________


Epiloog

16 juli 2022

Het roodwangvrouwtje heeft de laatste zes weken geen verdere tekenen meer vertoond van voortplantingsdrift. Maar vandaag is ze kennelijk op zoek naar een geschikte plek om haar eieren te leggen. Ze wandelt langs de Leliesingel, ver verwijderd van de vijvertrappetjes. Als ik dichterbij kom trekt ze een sprintje terug naar de veiligheid van het water.
Mijn zoektocht naar een nest levert niets op.