Randy de Senegalpapegaai

20 november 2018

Randy met appelEr bevinden zich zóveel exoten in het Noorderplantsoen in Groningen dat je er op safari kunt: Nijlgans, Grote Canadese Gans, Bahamapijlstaart, Mandarijneend, moerasschildpad en wat er verder allemaal uit vissenkommen en terraria in het plantsoen wordt gekieperd. Echter, de zonnigste bewoners met een migrantenachtergrond zijn de Psittaciformes, de papegaaien.

Van 1996 tot 1998 huist er een Grote Alexanderparkiet in het Noorderplantsoen, een adult vrouwtje. Ze kan zich goed in leven houden en overleeft er zelfs de strenge vorst van de elfstedenwinter 1996/1997 (van Dijk 1998).
De eerste waarnemingen van een Senegalpapegaai, oftewel het Bonte Boertje, komen van Jan Allex de Roos die hem in 1998 in het Zernikecomplex ontdekt (de Roos 2001). Via de bomen langs het Reitdiep verhuist hij naar het Noorderplantsoen waar hij sinds 1999 verblijft. Zoals nu eenmaal gebeurt met een vogel die gedurende lange tijd in de buurt van mensen leeft, krijgt hij een koosnaam: Randy. Sinds 2003 observeer ik hem in zijn doen en laten om zo veel mogelijk over zijn gedrag te weten te komen.

Randy is een adulte Senegalpapegaai (Poicephalus senegalus), één van de 37 soorten papegaaiachtigen die in Nederland vrij in het wild leven (van Kleunen 2016). Het is een mannetje. Bij gebrek aan seks met een vrouwtje schuurt hij wellustig met zijn achterste over een tak. Vrouwtjes vertonen dit gedrag ook wel eens, maar ánders.

Randy randy
Ik sta met mijn camera voor de wilg aan de Kerklaan. Voor zijn holletje klampt Randy zich vast aan een tak.
Hij kijkt mij met zijn waanzinnig gele oog fanatiek aan en fladdert een beetje met zijn vleugels.
Er komt een dame naast mij staan.

“Hij zit vast! We moeten hem bevrijden.” zegt ze.
“Nee hoor,” antwoord ik, “hij is aan het masturberen.”
Meteen sla ik mijn hand voor mijn mond. Wat zeg ik nou toch weer?!
De dame kijkt verschrikt naar mij en dan weer naar de vogel.
“Ja, sorry dat ik dit soort dingen weet”, verontschuldig ik mij.

Stil en een beetje besmuikt slaan we zijn wellustig gemanoeuvreer gade.
“Nou ja, het kan waarschijnlijk geen kwaad”, besluit de dame.

Randy houdt er pas mee op als een Zwarte Kraai zich ermee gaat bemoeien en kruipt verongelijkt krijsend weer terug in zijn holletje.


Hij eet zaden, knoppen, bloesems en vruchten van bomen: vleugelnoot, es, iep, taxus, haagbeuk, esdoorn, gewone linde, appelboom, perenboom, paardenkastanje. Ook schooit hij bij de huizen van de mensen. ’s Winters eet hij gewoon samen met onze inheemse vogeltjes wat de pot schaft op de voedertafels in de tuinen rond het Noorderplantsoen.

blikveld van een Senegalpapegaai
Afb. 1: Blikveld van een Senegalpapegaai (Demery et al. 2011)

Senegalpapegaaien hebben een bijzonder gezichtsvermogen. Ze kunnen prima rondom, boven en achter zich kijken, maar zij zien niet wat zich in het gebied onder hun snavel bevindt (Demery et al. 2011). Ze zijn meesters in het manipuleren van objecten, maar doen dit vooral met behulp van hun buitengewone tastzin middels een orgaantje dat zich in de punt van de snavel bevindt. Ze hebben het niet nódig om naar beneden te kijken. Ze bijten met hun snavel het steeltje van een appel of een takje met zaadjes af en tillen het voedsel met hun poot naar hun bek. Randy is linkspotig.

Randy heeft behoefte aan gezelschap en hij zoekt vaak het gezelschap van de spreeuwen op waar hij lustig mee kwebbelt. Senegalpapegaaien kunnen goed imiteren (ze kunnen zelfs leren praten) en spreeuwen kunnen dat ook. Zo kun je Randy spreeuwengeluiden horen maken en de spreeuwen papegaaiengeluiden, met elkaar converserend op een wilgentak.
Je zou hem zo graag een vrouwtje gunnen. Menigeen is al eens in de verleiding gebracht om een vrouwtje voor hem te kopen. Voor pakweg € 150,- heb je er al een op Marktplaats. Maar, behalve dat het illegaal is, is het ook onverstandig. Het vrouwtje kan direct in paniek raken en wegvliegen en dan heb je twéé eenzame Senegalpapegaaien.

Het is niet waarschijnlijk dat er, in geval van copulatie, een bevolkingsexplosie ontstaat zoals met de Halsbandparkiet in het westen is gebeurd. In 2006/2007 komen er in Voorburg van een aantal ontsnapte Senegalpapegaaien twee paren tot broeden; vier jongen worden er vliegvlug (van de Reep 2011). De populatie bestaat aanvankelijk uit acht vogels, maar de een na de ander verdwijnt. In 2010 is er nog slechts één mannelijke adult over; deze probeert tevergeefs om het aan te leggen met een vrouwtje Halsbandparkiet.
Rond 2012 zijn er in heel Nederland buiten Groningen nog slechts twee vrij in het wild rondvliegende Senegalpapegaaien: een in Voorburg en een in Amsterdam. Die zijn inmiddels eveneens verdwenen, zodat Randy de laatste der Mohikanen is, althans voorlopig. Ook elders in Europa zijn er geen gevestigde populaties van deze papegaai (van Kleunen 2016).

Tijdens omzwervingen in de Hortusbuurt maakt Randy via een openstaand raam kennis met een vrouwelijke dwergpapegaai in een kooitje. Zijn avances zijn uitbundig, maar vruchteloos. In 2012 echter is het feest: er duikt een Halsbandparkiet op in het Noorderplantsoen, een vrouwtje. Luid roepend vliegen ze enthousiast achter elkaar aan door het park. Als zij in haar holletje zit haalt hij voor de opening acrobatische toeren uit en schreeuwt hij net zolang tot ze weer naar buiten komt. Ze zijn onafscheidelijk. Even plotseling als ze is gekomen, is ze na een aantal maanden weer verdwenen. Randy blijft in de toppen van de bomen wekenlang hartverscheurend roepen. Tenslotte zoekt hij weer het gezelschap op van de Spreeuwen, de Zwarte Kraaien, de Kauwtjes en de Eksters, om zich hun pesterijen te laten welgevallen.

Randy heeft meerdere holletjes, verspreid over het plantsoen. Die maakt hij niet zelf, maar hij gebruikt bestaande holtes in bomen. Bovendien heeft hij in de Akkerstraat een broedkast, bestemd voor Gierzwaluwen, gekraakt en als slaapplek toegeëigend. De opening heeft hij met zijn sterke snavel gesloopt om hem wijder te maken. Zijn voorkeur gaat echter uit naar het hol in de met klimop begroeide wilg tegenover Café De Bres in de Kerklaan. De oksel van een zijtak vormt een drinkwatervoorziening. Hij heeft het goed voor elkaar. De tuinen en balkons van de Oranjewijk, de Noorderplantsoen- en de Hortusbuurt bieden voedselkeuze uit overvloed. Tijdens het struinen raakt hij per ongeluk verstrikt in de ringersnetten van Jan Doevendans en komt hij met de schrik weer vrij.

Randy in de sneeuw Hij is verbazingwekkend goed tegen de kou bestand. De Senegalpapegaai komt oorspronkelijk uit West-Afrika ten zuiden van de Sahel, waar een tropisch klimaat heerst. Maar desondanks heeft hij hier een aantal erg strenge winters overleefd. Op 1 maart 2018 bijvoorbeeld, is er hier ’s nachts een gevoelstemperatuur van -25 °C gemeten. De twee maanden daarop laat hij ons vrijwel dagelijks luidruchtig weten dat hij deze strenge vorst heeft overleefd.
In de loop der jaren is gebleken dat hij rond de periode augustus/half september vaak ruim een maand de hort op is. Zo ook dit jaar. Geen idee waar hij dan uithangt. Maar gelukkig hoor ik eind september opnieuw zijn vertrouwde gekrijs. Weer thuis, alive and kicking!
Volgens worldlifeexpectancy.com worden Senegalpapegaaien in het wild, in hun eigen habitat, ongeveer 25-30 jaar oud. Randy heeft zichzelf in ons koude klimaat in weer en wind moeten redden en wist steeds uit de klauwen te blijven van de huiskat en de Sperwer. Ik heb geen idee hoe oud hij is. Hij draagt geen ring. Hij is geïmporteerd, of hier gekweekt. Sinds 1997 moeten deze vogels in de EU een pootring dragen. Hij is dus minimaal 21 jaar, mogelijk veel ouder, in ieder geval al een oud baasje.

Op 5 oktober 2018 duikt er ineens weer een Grote Alexanderparkiet op in het Noorderplantsoen. Een man. Als ze elkaar ontmoeten houden ze aanvankelijk een gereserveerde afstand en gaan ze hun eigen weg. Maar na enkele maanden heeft Randy tenslotte toch het initiatief tot contact genomen en het klikt enorm. Hij heeft weer een maatje waarmee hij de ganse dag zit te flikflooien.

Hopelijk blijven wij in het Noorderplantsoen nog vele jaren de vertrouwde melancholieke roep horen van deze stoere overlever, zodat wij ons daar heerlijk op vakantie in de tropen kunnen wanen.


Dankwoord

Met dank aan Roelant Jonker en Grace Innemee (cityparrots.org) voor de geslachtsbepaling, naamgeving en adviezen.


Literatuur

Demery Z.P., J. Chappell & G.R. Martin 2011. Vision, touch and object manipulation in Senegal parrots Poicephalus senegalus. Proceedings of the Royal Society B, doi: 10.1098/rspb.2011.0374.

van Dijk K. 1998. Grote Alexanderparkiet in het Noorderplantsoen. De Grauwe Gors 26: 46-47.

van Kleunen A. 2016. Het voorkomen van minder bekende papegaaiachtigen in Nederland en elders in Europa. Kijk op exoten 16: 10/11.

van Kleunen A., Kampichler C. & Sierdsema H. 2014. De verspreiding van Halsbandparkiet en andere in het wild voorkomende papegaaiachtigen (Psittaciformes) in Nederland. Sovon-rapport 2014/31.

van de Reep M. 2011. Een opkomende populatie ontsnapte Senegalpapegaaien in de vrije natuur. Het Vogeljaar 59 (2): 60-62.

de Roos J.A. 2001. Senegal-papegaai in Groningen. De Grauwe Gors 28: 145.

Websites: avifaunagroningen.nl, sovon.nl, waarneming.nl, worldlifeexpectancy.com